In 1968 haalde de Ierse arbeider Mick Meaney wereldwijd het nieuws toen hij zich 61 dagen lang levend liet begraven in Londen. Hij had weinig geld, maar koesterde de ambitie om een wereldrecord te vestigen. De rage van langdurig levend begraven zijn bestond al sinds de jaren twintig. Meaney wilde de toenmalige recordhouder, de Amerikaan Bill White, overtreffen. Op 21 februari werd Meaney in een met schuim beklede kist op een bouwterrein begraven, voorzien van een ventilatiebuis en een systeem om voedsel en water te laten zakken.
Tijdens zijn tijd onder de grond volgde Meaney een strikt dagritme en sprak hij telefonisch met journalisten en beroemdheden. Aanvankelijk was er veel media-aandacht, maar die verdween naarmate wereldnieuws, zoals de Vietnamoorlog en de moord op Martin Luther King, de kranten domineerde. Na 61 dagen werd Meaney onder luid applaus opgegraven en kon hij zichzelf wereldkampioen noemen. Maar zijn record werd nooit een officieel wereldrecord, omdat er geen vertegen

Facebook
·1w